Arizona wil het bestaande systeem van vrijwillige overuren uitbreiden. In tegenstelling tot de gewone overuren geeft de meerderheid van deze uren geen recht op een toeslag en zijn ze volledig fiscaal vrijgesteld. Dus stelt zich de volgende vraag: is het nettoloon van de werknemer voordeliger met gewone overuren of met vrijwillige overuren? En hoe zit het dan met de werkgeversbijdrage in beide regelingen? En met de inkomsten voor de Staat en voor de sociale zekerheid? In deze nota tonen wij aan dat de werknemer voor 10 gepresteerde overuren aan 20 euro per uur en met een toeslag van 50% voor gewone overuren 269 euro verdient, tegenover 200 euro in geval van vrijwillige overuren. De bijdragen voor de Staat en de sociale zekerheid bedragen 80 euro in de gewone regeling tegenover 0 euro in geval van vrijwillige overuren. De grote winnaars zijn dus de werkgevers, die voor de gewone overuren 349 euro moeten betalen, en slechts 200 euro voor vrijwillige overuren.
Historiek en actualiteit van de overuren
Sinds 1921 zijn overuren onderworpen aan toeslagen: 50% als ze gepresteerd worden van maandag tot zaterdag en 100% als ze gepresteerd worden op zon- en feestdagen [1]. Toen werden overuren onderworpen aan dezelfde (para)fiscale regeling als de normale werkuren. Maar vanaf 2005 zijn ze onderworpen aan een fiscale aftrek, die sindsdien verder is verhoogd [2]. Daardoor worden de overuren aantrekkelijker, zowel voor werknemers als voor werkgevers. Oorspronkelijk was het maximum aantal overuren beperkt tot 65 uur per jaar, daarna werd dat 130 uur en later 180 uur [3].
In 2017 voerde de wet-“Peeters” een nieuw soort overuren in: de zogenaamde “vrijwillige” overuren. Het gaat om maximum 120 overuren [4] die geen recht geven op inhaalrust. In tegenstelling tot de meeste gewone overuren [5] is er voor de vrijwillige overuren geen akkoord vereist van de vakbondsafvaardiging in het bedrijf, maar volstaat een individueel schriftelijk akkoord van de werknemer.
Daar komen sinds 1 juli 2023 nog de 120 zogenaamde “relance” overuren bij. Deze uren geven geen recht op een toeslag, noch op inhaalrust en zijn vrijgesteld van belastingen en sociale bijdragen. Tabel 1 geeft een overzicht van de verschillende soorten overuren.
Over het algemeen stelt de werkgever eerst voor om vrijwillige “relance”-overuren te presteren (want die zijn fiscaal vrijgesteld), daarna stelt hij andere vormen van vrijwillige overuren voor. Als geen enkele loontrekkende bereid is om dergelijke overuren te presteren, moet de werkgever dan beroep doen op gewone overuren. Die laatste geven, in tegenstelling tot vrijwillige overuren, in principe wel recht op inhaalrust. Het gebeurt echter vaak dat deze gewone overuren niet gerecupereerd worden, maar uitbetaald, met een toeslag van 50% (voor prestaties tijdens de week) of 100% (voor prestaties op zon- of feestdag).
De Arizona-hervorming
In juli 2025 kondigde de Arizona-regering haar plannen aan om het plafond van de vrijwillige “relance”-overuren te verhogen tot 240 uur per jaar en per werknemer. Ze zouden blijkbaar wel de kwalificatie “relance” verliezen, om ze zo een blijvend karakter te geven. Samen met de 120 uur van de “Wet Peeters” zorgt deze hervorming ervoor dat er tot 360 vrijwillige overuren gepresteerd kunnen worden [6]. Dat zou overeenstemmen met een verlenging van de arbeidsduur met iets meer dan anderhalf uur per dag, of van 38 naar 45 uur per week, bovenop de gewone overuren die daar nog bovenop kunnen komen.
Het akkoord van de werknemer geldt voor een periode van 6 maanden en kan verlengd worden (uitgebreid tot een jaar in het voorstel van de Arizona-regering). Eens de werknemer zich akkoord heeft verklaard, kan de werkgever hem dus naar eigen goeddunken “vrijwillige” overuren opleggen, gedurende de hele looptijd van het akkoord. Hierbij moet worden opgemerkt dat de overheid de nadruk legt op het “vrijwillige” aspect van deze overuren. In de praktijk zal de werknemer zelden de mogelijkheid hebben om overuren te weigeren als die door zijn werkgever worden gevraagd. In bedrijven die kiezen voor het systeem van vrijwillige overuren worden deze vaak vooraf voorgelegd aan de werknemer, bij de ondertekening van het arbeidscontract.
Er werd nooit een evaluatie gemaakt van de vrijwillige “relance”-overuren op het vlak van gebruik of impact. Het is moeilijk om de evolutie objectief te beoordelen, omdat er geen statistieken rond bestaan, en dat geldt ook voor de gewone overuren. Maar de steun van de Arizona-regering doet vermoeden dat ze in een groeiend aantal bedrijven zullen worden toegepast. Wat zal de impact daarvan zijn?
Vrijwillige relance-overuren worden vaak voorgesteld als voordeliger voor werknemers en werkgever omdat ze vrijgesteld zijn van belastingen. Maar ze geven tegelijkertijd ook geen recht op een toeslag. Zo’n toeslag wordt echter wel meegeteld voor de berekening van het vakantiegeld (meer bepaald voor het variabele enkel en dubbel vakantiegeld), de dertiende maand en voor de toekenning van sociale rechten (pensioen, ziekte, werkloosheid, enz.). Is dat dan nog wel voordelig voor de werknemers? En wie heeft er het meeste voordeel bij? In deze nota bekijken we de winsten en verliezen van de werknemers, de staatskassen (en de sociale zekerheid) en de werkgevers in de veronderstelling dat de gewone overuren zullen verschuiven naar meer vrijwillige relance-overuren.
‘Vrijwillige’ overuren: wie is de winnaar, wie de verliezer?
We analyseren de impact van de overgang van gewone overuren naar vrijwillige overuren voor een werknemer die 10 overuren presteert per maand met een loon van 20 euro per uur: dat is het aanvangsloon van een verpleegster of van sommige arbeiders in de voedingsnijverheid.
Voor onze berekeningen gaan wij uit van de volgende hypothese:
De werknemer verdient een bruto uurloon van 20 euro per uur.
De werknemer presteert 10 overuren per maand.
Gewone overuren geven recht op een toeslag van 50%.
De werknemer wordt belast aan het marginale tarief van 45% over dit deel van het loon.
De gemeentelijke opcentiemen bedragen 7,25% (dat is het Belgische gemiddelde).
In tabel 2 zie je de impact van de overgang naar vrijwillige overuren voor een werknemer die aan deze hypotheses voldoet.
Door over te gaan van 10 gewone overuren per maand naar 10 vrijwillige overuren per maand (met een loon van 20 euro per uur) kan de werkgever 149 euro per maand besparen. De staatskas en de sociale zekerheid verliezen 80 euro en de werknemer lijdt een netto inkomensverlies van 69 euro. Er wordt rekening gehouden met de impact van de overuren, zowel rechtstreeks op het loon als op het vakantiegeld [7]. (In bijlage 1 vind je de berekeningen voor een bediende, omdat de modaliteiten voor het bepalen van het vakantiegeld verschillend zijn naargelang het statuut. De resultaten zijn gelijkaardig.)
Tabel 3 geeft de details van de berekening weer die hebben geleid tot tabel 2. Dit is bedoeld voor lezers die de parameters van beide systemen meer in detail willen analyseren.
Gebruik maken van “vrijwillige” overuren levert de werkgever dus een aanzienlijke besparing op, in dit geval bijna 43%. Dat is een dubbel verlies voor de werknemers. Enerzijds een verlies van netto inkomen en anderzijds een verlies op vlak van sociale voorzieningen en openbare dienstverlening omwille van de verminderde financiering van de sociale zekerheid en van de Staat.
Besluit
Het mechanisme van de vrijwillige overuren is dus helemaal in het voordeel van de werkgever en in het nadeel van de werknemer. De naam is slecht gekozen, want de werknemer heeft er geen belang bij om ze vrijwillig te aanvaarden. In ons voorbeeld zal het loon van de werknemer dus 25% lager zijn dan wat hij zou krijgen bij gewone overuren. Het “vrijwillige” aspect situeert zich eerder bij de werkgever. Het gebruik van vrijwillige overuren kan ook verklaard worden doordat werknemers onvoldoende op de hoogte zijn van de afwezigheid van een toeslag en de gevolgen daarvan voor het bedrag van andere elementen van het loon of van andere sociale zekerheidsrechten. Dat wordt bevestigd door getuigenissen die wij kregen van werknemers bij de voorbereiding van onze analyse. Werknemers uit verschillende bedrijven vertelden ons dat hun werkgever de voorkeur gaf aan vrijwillige overuren om zo gewone overuren te vermijden.
Als de hervorming als dusdanig gestemd wordt, zullen vrijwillige overuren hoogstwaarschijnlijk beetje bij beetje de gewone overuren vervangen, vooral in bedrijven waar er geen vakbonden aanwezig zijn, met als gevolg een dubbel inkomensverlies voor de werknemers: een eerste keer door een vermindering van hun nettoloon en een tweede koor door een vermindering van sociale zekerheidsuitkeringen en openbare dienstverlening.
Hierboven berekenden wij al dat de omzetting van 10 gewone overuren in 10 vrijwillige overuren aan een basisloon van 20 euro bruto per uur een verlies betekent van 80 euro voor de Staat en de sociale zekerheid. Als we dat cijfer gaan extrapoleren, dan volstaat het dat 125.000 gewone overuren veranderen in vrijwillige overuren om de schatkist een miljoen euro armer te maken. En dat kan snel gaan: 125.000 uren, dat is ongeveer het aantal overuren dat elk jaar gepresteerd wordt in een grote groep zoals Delhaize [8]. Doordat het zo’n aantrekkelijk systeem is voor de werkgevers, kunnen we verwachten dat de overheidsfinanciën en de sociale zekerheid tientallen miljoenen euro mis zullen lopen.
Eindnoten
[1] Boven 9 uur per dag of 40 uur per week (of een lagere weeklimiet bepaald via collectieve arbeidsovereenkomst, indien de effectieve wekelijkse arbeidsduur werd beperkt).
[2] Gewone overuren zijn onderworpen aan een vermindering van de personenbelasting ten belope van 57,75% van het basis brutoloon en een vrijstelling van bedrijfsvoorheffing ten belope van 41,25% van het basis brutoloon (voor overuren met een wettelijke toeslag van 50% of 100%). Voor een historiek van de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing verwijzen we naar de audit van het Rekenhof (2019 en 2023).
[3] In bepaalde omstandigheden wordt dit aantal opgetrokken tot 280 of 360 uur per jaar.
[4] Oorspronkelijk ging het om 100 uur. Ze worden niet in aanmerking genomen om te zien of de gemiddelde maximum arbeidsduur wordt nageleefd (bijvoorbeeld 38 uur per week).
[5] Het gaat meer bepaald om de uren die gepresteerd worden bij uitzonderlijke vermeerdering van het werk of bij werken vereist door een onvoorziene noodzakelijkheid.
[6] In de horeca zou dit aantal verhoogd worden tot 450 uur.
[7] We hielden geen rekening met de impact op de dertiende maand omdat die niet systematisch is: die is afhankelijk van de regels die gelden in het bevoegde paritair comité. De impact op de sociale rechten (pensioen, ziekte-uitkering, werkloosheidsuitkering, ...) werd evenmin in rekening genomen.
[8] Gegevens 2022, meegedeeld tijdens de economische en financiële informatie.