Jaaroverzicht 2019 deel 3: het jaar van het sociaal klimaatbeleid

2019 het jaar van het sociaal klimaatbeleid? Excuseer? Met een Vlaamse regering die niet eens de zeer lage ambitie van 35% uitstootreductie tegen 2030 niet haalt? Met een klimaattop in Madrid die toch min of meer mislukt is? Met het verlies van Labour in het Verenigd Koninkrijk, terwijl die net zo’n sociaal klimaatbeleid in hun manifest vooropstelden?

U zal vast denken dat dit jaaroverzicht geschreven werd op kerstnacht, toen de auteur ietwat te veel rode wijn ophad. Maar u bent mis: het werd neergepend in (quasi) bloednuchtere toestand, en zonder kater bovendien. Voor ons was 2019 wel degelijk het jaar van een sociaal klimaatbeleid.

De primaire reden is natuurlijk dat we in oktober ons nieuwe boek ‘Klimaat en sociale rechtvaardigheid’ uitbrachten. Wie nog een laat kerst- of nieuwjaarscadeau zoekt voor de klimaatontkennende nonkel of de klimaatspijbelende puberdochter, kan dat boek trouwens nog altijd aankopen via de website van de uitgeverij. Met de uitgave van het boek werd ook duidelijk dat het thema leeft. Van de milieubeweging tot de arbeidersbeweging, overal zijn mensen op zoek naar hoe het sociale en het ecologische te vereenzelvigen zijn, en hoe we het draagvlak voor doortastend klimaatbeleid kunnen vergroten, naar hoe we de gele en groene hesjes kunnen verenigen (en liefst met ook nog rode en blauwe hesjes erbij): “Fin du monde, fin du mois, même combat!”

Het goede nieuws: een transitie die zowel sociaal als ecologisch is, is zeker mogelijk. Van meer en betere sociale huisvesting en meer en beter openbaar vervoer over een sociaal rechtvaardige klimaattaxshift en een Green New Deal voor de industrie tot een democratische energietransitie, er zijn voldoende ideeën om een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid uit te tekenen voor Vlaanderen, België, Europe en de wereld. Dat is bovendien perfect betaalbaar, zeker als we het monetair beleid hertekenen en onze overheidsbank Belfius omvormen tot een publieke klimaatbank.

Het slechte nieuws: onze Vlaamse en Belgische regering werken tot nu toe – net als tal van andere klimaatnegationistische, klimaatnihilistische of klimaatonrealistische regeringen in het buitenland – niet echt mee en geloven er dan maar onterecht in dat innovatie ons als een Messias van de klimaatchaos zou komen redden. De rechtse partijen die de Vlaamse regering bevolken en die deel uitmaakten van de federale regering-Michel hebben het onmiskenbaar moeilijk om een krachtdadig klimaatbeleid te voeren.

Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste lossen de ‘vrije markt’ en een economische gericht op winstmaximalisatie het probleem duidelijk niet vanzelf op, en moet de overheid dus actief tussenbeide komen met planning, grootschalige overheidsinvesteringen, dwingende regulering, en belastingen. We hebben dus een sociaal-ecologisch pact nodig dat een economische transformatie vooropstelt.

Ten tweede wordt vaak het gevaar van delokalisatie en de ‘concurrentiekracht’ bovengehaald, en komt er een machtige bedrijfslobby in actie om een krachtig klimaatbeleid tegen te gaan. Een doortastend klimaatbeleid vergt dus meer controle over de private investeringen en een vorm van ecologisch protectionisme, waarbij handel een hefboom wordt voor milieubeleid, met een koolstofgrensheffing als belangrijk instrument.

Ten derde moet een klimaatbeleid de ongelijkheid terugdringen, omdat de rijken meer verantwoordelijk zijn voor de CO₂-uitstoot, en omdat een klimaatbeleid zijn draagvlak verliest als het niet gecombineerd wordt met meer sociale rechtvaardigheid. Ook het verleden leert ons dat ongelijkheid en een krachtdadig ecologisch beleid moeilijk samengaan. Zowel nationaal als mondiaal moet klimaatbeleid dus samengaan met een verregaande herverdeling.

Ten vierde is het zeer onwaarschijnlijk dat de klimaatontwrichting voldoende kan worden tegengehouden binnen een economisch systeem dat eeuwigdurende economische groei nodig heeft. Ons beleid zou dan ook eerder moet focussen op welzijn dan op economische groei.

We staan dus tegenover een machtig economisch systeem, tegenover machtige gevestigde belangen die verandering tegenhouden, en tegenover conservatieve politieke krachten. Om de klimaatdoelstellingen te halen, ook nog eens op een sociale en rechtvaardige manier, is er dus een nog veel krachtiger burgerbeweging nodig. De klimaatspijbelaars gaven samen met de klimaatmarsen in 2019 een belangrijke aanzet, en waren een mooie voorbode van de Global Climate Strike die op 20 september honderdduizenden mensen overal ter wereld op straat brachten.

Hopelijk kan 2020 voor een nieuwe dynamiek zorgen voor deze massabeweging. Waar 2019 het jaar was van een kille samenleving en een opwarmend klimaat, is onze nieuwjaarswens dan ook dat 2020 het jaar moge worden van een minder opwarmend klimaat en een warmere samenleving.

Marktdenken zal klimaatchaos niet vermijden

Jaaroverzicht 2019 deel 2: het jaar van de regeringsvorming