Waarom “bankieren is geen taak van de overheid” een dogma is

Het lijkt erop dat de ministers die afgelopen weekend samenkwamen nog geen definitieve beslissing genomen hebben over de toekomst van Belfius. Die is nu nog voor 100% in publieke handen, maar de kans blijft groot dat ergens in de nabije toekomst gekozen wordt om de bank (gedeeltelijk) te verkopen aan private investeerders.

Als je daarbij de vraag “waarom?” stelt, is er één hoofdreden die steeds terugkomt: “bankieren is geen taak van de overheid”. Niet alleen bij liberale ideologen, maar ook bij centrumpolitici en gewone burgers keert die mantra steeds terug.

Zoals ik hieronder staaf, is het echter een dogma dat maar weinig realiteitswaarde heeft. Het is gebaseerd op ideeën die jarenlang verkondigd zijn en zich in de hoofden van vele mensen genesteld hebben, maar die vooral dienen om elk alternatief voor ons huidige economische systeem onmogelijk te maken.

 

Doet Belfius het nu zo slecht?

Laten we beginnen bij Belfius zelf. Is dat op dit moment zo’n slechte bank, die de verliezen opstapelt en klanten bij bosjes verliest aan private concurrenten? Is het een ouderwetse tanker waar internetbankieren nog niet eens in het woordenboek staat?

Er zijn zeker opmerkingen te formuleren over bepaalde beleidskeuzes van Belfius, maar de bank lijkt zich in elk geval te handhaven binnen een concurrentiële omgeving. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de bank veel klantvriendelijker of innovatiever zou worden als 49% ervan verkocht zou worden aan private investeerders.

“Het gevolg van een privatisering is dat de nationale en lokale verankering in gevaar komt en dat de Belgische bankensector nóg homogener zal worden.”

Bovendien: als bankieren écht geen taak zou zijn van de overheid, dan zullen voorstanders van een verkoop waarschijnlijk geen genoegen nemen met een “halve” privatisering. Dat betekent dat dit waarschijnlijk een eerste stap is naar een volledige privatisering. Het gevolg is onder meer dat de nationale en lokale verankering in gevaar komt en dat de Belgische bankensector nóg homogener zal worden. Die nadelen zijn uitvoerig beschreven in een paper die denktank Minerva vorige week publiceerde.

Wat wel duidelijk is, is dat de bank na een gedeeltelijke privatisering al op zoek zal moeten gaan naar hogere winsten. Waar het rendement op eigen vermogen van Belfius in 2013-2016 6,2% was, streven private banken overwegend naar minstens 10%. Dat lijkt dan ook het belangrijkste gevolg van een verkoop van 49% van de bank. Niet dat de bank innovatiever of klantvriendelijker zou worden, wél dat een zo hoog mogelijk rendement helemaal de belangrijkste doelstelling wordt. Of dat dan wel een goede zaak is, daar wordt maar weinig bij stilgestaan. En zo komen we bij de crisis die uitbrak in 2007-2008.

 

De tienjarige verjaardag van de crisis

Er wordt wel eens gezegd dat het geheugen van de mens kort is, maar blijkbaar is het erger dan verwacht. Dit jaar “vieren” we de tienjarige verjaardag van het uitbreken van de zwaarste crisis sinds de Grote Depressie in de jaren 30. Een crisis die nog altijd zware economische en sociale gevolgen heeft in de hele wereld.

Over de complexe oorzaken van deze crisis zijn boeken vol geschreven, maar één van de problemen lag duidelijk in de winsthonger in de financiële sector. Om hoge rendementen te kunnen halen, moesten banken grote risico’s nemen. Deden ze dat niet, dan zouden hun winsten lager liggen, en zouden ze op de beurzen afgestraft worden.

“Waarom wordt er nooit gezegd: ‘bankieren is geen taak van een winstverslaafde private sector’?”

Banken deden niet meer aan bankieren, maar gokten er op los in één groot mondiaal financieel casino. Het gevolg toen de crisis uitbrak: tal van banken kwamen in de problemen, gingen failliet, of bleven enkel overeind dankzij de steun van de gulle belastingbetaler. Lehman Brothers, Northern Rock, Royal Bank of Scotland, Fortis, UBS, de volledige IJslandse bankensector, … En voor hetzelfde geld was ook Deutsche Bank failliet gegaan, en had de Duitse economie er helemaal anders uitgezien.

Waarom wordt er nooit gezegd: “bankieren is geen taak van een winstverslaafde private sector”? Deed die het dan echt zo goed vóór, tijdens en na de crisis?

 

Het too-big-to-fail problem

Een tweede reden waarom de mantra “bankieren is geen taak van de overheid" nogal vreemd is, is dat die overheid garant blijft staan voor de private grootbanken. Bankiers van die banken weten dat ze toch gered worden als ze in de problemen zouden komen. Het belang van die grootbanken is immers veel te groot om ze failliet te laten gaan.

Ten eerste leidt het faillissement van één grootbank ongetwijfeld tot problemen bij andere banken en de financiële sector in zijn geheel. Ten tweede is de gezondheid van de financiële sector cruciaal voor de rest van de economie.

In België betekent dat dat banken als Belfius, BNP Paribas Fortis, KBC en ING zich verzekerd weten van de steun van de belastingbetaler als ze ooit in de problemen komen. Zoals de Nederlandse financieel geograaf Ewald Engelen schrijft: “Voor banken geldt: kapitalist als het goed gaat, socialist als het mis gaat. Of nog korter: kop ik win, munt de burger verliest.”

Zij die vinden dat “bankieren geen taak is van de overheid” zouden dan eigenlijk moeten pleiten voor een opsplitsing van alle grootbanken. Belfius zou dan bijvoorbeeld minstens in tien moeten worden gedeeld.

 

De publieke banken die het goed doen

Een derde grote reden dat “bankieren is geen taak van de overheid” een dogma is dat niet gebaseerd is op empirische overwegingen, is dat er tal van publieke banken zijn die het goed doen in een concurrentiële omgeving.

In de jaren 70 waren overheidsbanken in de ontwikkelde landen nog verantwoordelijk voor ongeveer 40% van alle activa in de financiële sector, tegenover 8% vandaag – terwijl de periode 1945-1975 net een periode was met heel weinig financiële crises. In België had de ASLK sinds haar oprichting in 1865 tot aan de privatisering geen enkele keer een staatsgarantie nodig.

“De negen meest veilige banken ter wereld zijn overheidsbanken.”

Ook nu spelen publieke banken in vele landen nog een rol. De negen meest veilige banken ter wereld zijn overheidsbanken. Uit onderzoek blijkt dat veel publieke banken op relatief stabiele wijze door de financiële crisis geraakten. Bovendien bleken ze tijdens de crisis in tegenstelling tot private banken, die hun leningen en investeringen sterk terugschroefden, een stabiliserende factor.

Natuurlijk zijn er ook (semi)publieke banken die het slecht deden, zoals sommige Duitse Landesbanken of Spaanse cajas. Maar wie wijst op de problemen bij deze publieke banken, mag toch ook wel eens gewezen worden op de rol van de private grootbanken bij de crisis. Bovendien, waar publieke banken het slecht deden was de oorzaak vaak dat ze meededen aan de Russische roulette van het financiële casinokapitalisme, en net als de private grootbanken gigantische hoge rendementen nastreefden. Het is dan ook van groot belang dat dat daar lessen uit getrokken worden voor de toekomst.

 

Een democratische economie

Tot slot: zij die vinden dat bankieren helemaal geen taak is voor de overheid, hoe staan die tegenover democratie? Met Belfius hebben we als burgers nu één belangrijk instrument in handen waarmee we de economie en samenleving kunnen vormgeven.

“Met Belfius hebben we als burgers nu een belangrijk instrument in handen waarmee we de economie en samenleving kunnen vormgeven.”

We zouden de bank een maatschappelijke opdracht kunnen geven, zoals de financiering van de sociaalecologische transitie. We zouden leningen voor schadelijke projecten, zoals bijvoorbeeld investeringen in fossiele brandstoffen of de wapenindustrie, kunnen uitsluiten. En we zouden kunnen nadenken over hoe we de beslissingsstructuur democratiseren, waarbij werknemers, klanten, middenveldorganisaties en burgers mee de bank besturen.

Onze economie is nu heel ondemocratisch georganiseerd: alle macht is in handen van een klein groepje grote aandeelhouders, financiële instellingen en gigantische multinationals. Wie democratie belangrijk vindt, en tóch voor de privatisering van Belfius is, heeft dan ook een belangrijke vraag te beantwoorden: welke alternatieven stellen zij voor om onze economie, en onze financiële sector, te democratiseren?

Deze opinie verscheen eerder op knack.be in de reeks De Doordenkers.

De Grenfell-brand was veel meer dan nalatigheid

Gereguleerde arbeidsmarkt blijft onterecht zondebok