Analyse van de inkomsten die de sociale zekerheid misloopt door de verlaagde bijdragen voor studentenarbeid en flexi-jobs

Analyse van de inkomsten die de sociale zekerheid misloopt door de verlaagde bijdragen voor studentenarbeid en flexi-jobs

In deze analyse willen we berekenen hoeveel de sociale zekerheid misloopt door de verlaagde socialezekerheidsbijdragen voor flexi-jobs en studentenarbeid.

Zowel studentenjobs als flexi-jobs geven recht op verlaagde sociale bijdragen. De persoonlijke sociale bijdrage voor een studentenjob bedraagt 2,71% (tegenover 13,07% voor de andere werknemers) en de werkgevers betalen 5,20% werkgeversbijdragen (tegenover 24,92% voor de andere werknemers). Voor een flexi-job is er geen persoonlijke sociale bijdrage te betalen, maar er is wel een werkgeversbijdrage die in 2024 werd opgetrokken tot 28%.

Om te bepalen hoeveel de sociale zekerheid misloopt, moeten we het tarief voor de gewone werknemers (gewone contracten of uitzendkrachten) toepassen op de loonmassa van de studentenjobs en de flexi-jobs.

In 2024 bedraagt de loonmassa voor studentenarbeid 2,069 miljard euro: dubbel zoveel als in 2017. De werkgevers betalen dankzij het verlaagde tarief 112 miljoen euro aan werkgeversbijdragen (in plaats van 516 miljoen euro als ze het normale tarief hadden moeten betalen), daar loopt de sociale zekerheid dus 404 miljoen euro mis. De studenten betalen 55 miljoen euro aan werknemersbijdragen (in plaats van 239 miljoen euro als ze het normale tarief hadden moeten betalen), daar loopt de sociale zekerheid dus nog eens 185 miljoen euro mis.

De berekening van het verlies aan de sociale zekerheid door flexi-jobs verschilt lichtjes van die voor studenten­arbeid, omdat bij flexi-jobs de verschuldigde werkgevers­bijdrage (25% tot 2023, nadien 28%) hoger is dan het basistarief (24,92%). De sociale zekerheid ontvangt dus een wat hoger bedrag aan sociale bijdragen van werkgeverskant bij flexi-jobs in vergelijking met reguliere jobs, maar verliest tegelijk aan inkomsten omdat er bij flexi-jobs geen persoonlijke sociale bijdragen verschuldigd zijn.

In 2024 bedraagt de loonmassa voor flexi-jobs 710 miljoen euro, dat is tien keer zoveel als in 2017. De werkgevers betalen 153 miljoen euro aan werkgeversbijdragen (in plaats van 136 miljoen euro als ze het normale tarief hadden moeten betalen), of 17 miljoen euro meer. De werknemers in flexi-jobs betalen geen werknemersbijdragen (in plaats van de 93 miljoen euro als ze het normale tarief verschuldigd waren), wat betekent dat de sociale zekerheid dus 93 miljoen euro misloopt. Als we die beide samentellen, verliest de sociale zekerheid hier dus netto 76 miljoen euro aan inkomsten.

Het verlies voor de sociale zekerheid loopt in totaal dus op tot 664 miljoen euro in 2024 door de verminderde bijdragen voor deze twee systemen.

Deze elementen worden nog eens samengevat in de volgende grafiek.

Deze cijfers zijn gebaseerd op een statische analyse. Als de tarieven effectief zouden worden verhoogd, kunnen bedrijven hun aanwervingsbeleid aanpassen, wat een impact heeft op de geïnde bedragen. Zo zouden sommige werkgevers bijvoorbeeld meer beroep kunnen doen op zwartwerk (in de horeca bijvoorbeeld) of minder mensen tewerkstellen. Dat zou de inkomsten voor de sociale zekerheid omlaag halen. De werkgevers zouden ook meer beroep kunnen doen op klassieke contracten of uitzendkrachten in plaats van stu­denten­contracten (in handel en industrie bijvoorbeeld). In dat geval zouden we een stijging zien van de ontvangen inkomsten. Studentenlonen zijn namelijk lager dan de lonen voor klassieke werknemers en uitzendkrachten (en dus ook de bijbehorende sociale bijdragen). Er bestaat geen duidelijke studie die dit netto dynamische effect kan weergeven. Daarom beperken wij ons tot een statische analyse.

De loonmassa voor studentenarbeid en flexi-jobs stijgt sterk tussen 2017 en 2024, dankzij de verschillende hervormingen die dit soort contracten aanmoedigen. Dit doet ons veronderstellen dat bij een ongewijzigd beleid — en zelfs nog meer als er maatregelen komen die dit soort contracten nog verder bevoordelen — het bedrag dat de sociale zekerheid zal mislopen nog verder zal stijgen in de komende jaren.

Tussen 2017 en 2024 bedroeg de gemiddelde jaarlijkse stijging van de loonmassa 10,7% voor studentenarbeid en 44,6% voor flexi-jobs.

Als we ervan uitgaan dat de stijging in de periode 2017-2024 zich verderzet in de periode 2025-2029, dan verdubbelt het totaal misgelopen bedrag tegen 2029. Het is onmogelijk te voorspellen hoe sterk studentenarbeid of flexi-jobs werkelijk zullen toenemen, we voorzien dus een gewone verderzetting van het traject zonder wijzigingen. Maar het is zeker dat door maatregelen zoals de uitbreiding naar 650 uren voor studentenarbeid en de veralgemening van de flexi-jobs naar alle sectoren, dit soort contracten veel vaker zal voorkomen, en zelfs klassieke contracten of uitzendarbeid zullen vervangen.

In 2029, bij ongewijzigd traject, zou de sociale zekerheid 976 miljoen euro mislopen uit studentarbeid en 479 miljoen euro uit flexi-jobs. In totaal is dat bijna anderhalf miljard euro aan minderinkomsten voor de sociale zekerheid.

Deze elementen worden nog eens samengevat in de volgende grafiek:

We kunnen dan het verband leggen tussen deze grote bedragen en andere bedragen die in de federale regering besproken worden. Volgens de begrotingstabellen zou het activeringsbeleid van de langdurig zieken 485 miljoen euro moeten opbrengen in 2029. De pensioenhervorming zou 2,4 miljard euro moeten opbrengen. Het bedrag dat de sociale zekerheid misloopt door de verlaagde bijdragen voor studentenarbeid bedraagt dus de helft van de inspanningen die gevraagd worden van langdurig zieken en toekomstige gepensioneerden.

Nacht- en ploegenarbeid: geschenken in overvloed

Nacht- en ploegenarbeid: geschenken in overvloed