De Duitse Democratie staat onder druk. In 2025 groeide de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) uit tot de tweede grootste partij van het land, met 20,8% van de stemmen. In sommige regio’s, vooral in het oosten, is ze zelfs de grootste. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog won een extreemrechtse partij opnieuw een deelstaatverkiezing. De AfD flirt nochtans openlijk met racisme, antisemitisme en autoritaire ideeën. Hoe is het zover kunnen komen? Hoe zijn we hier beland?
Verschillende verklaringen worden aangedragen: desinformatie op sociale media, Russische inmenging, aanhoudende economische onzekerheid, groeiende ongelijkheid, bezorgheden rond migratie etc. Verschillende drijfveren zullen allicht een rol spelen, maar misschien moeten we ook eens kijken naar waar de meeste Duitsers hun actieve uren doorbrengen: de werkvloer. Want wat er op het werk gebeurt, heeft ook ruimere repercussies.
Hoe democratisch is de werkvloer?
Dat is precies wat de Duitse sociologen Johannes Kiess en André Schmidt onderzochten in een recente studie bij 2.503 Duitse werknemers. Daarbij keken ze specifiek naar de relatie tussen werk en politiek en naar de mogelijke verbanden tussen democratie in de fabriek of in het kantoor, en in het stemhokje. Hun onderzoekssurvey peilde daarom naar de mate van democratie op het werk: hoe democratisch is de werkvloer, wordt je mening gevraagd, kun je vrijuit spreken over vakbonden, heb je het gevoel dat je iets kunt veranderen?
Het goede nieuws? Een meerderheid van de ondervraagden voelt zich wel degelijk betrokken, denkt dat ze het verschil kunnen maken en zijn vrij om zich uit te spreken. Maar de verschillen zijn groot. Het minst voelen werknemers zich vrij om over de vakbond of een ondernemingsraad te praten: net geen 50% zegt dat ze zich meestal of altijd vrij voelen om daarover te praten zonder vrees voor repercussies. Opvallend, werknemers die lid zijn van een vakbond ervaren gemiddeld iets meer democratie op het werk.
Daarnaast keken de onderzoekers ook naar recht-extremistische opinies zoals racisme, chauvinisme, antisemitisme en openheid voor dictatoriaal bestuur. Gelukkig blijkt een meerderheid van de respondenten geen inherent antidemocratische opinies te koesteren. De roep om een sterke leider (“ein Führer”) wordt slechts gesteund door zo’n 9% van de Duitse werknemers en maar 5% is openlijk voor een dictatuur. Maar tezelfdertijd meent 28,4% van de ondervraagden wel dat buitenlanders vooral naar Duitsland komen om te profiteren van de welvaartstaat en verdedigt 10% van de ondervraagde werknemers de stelling dat de invloed van de joden nog steeds te groot is in Duitsland.
In een volgende stap keken de onderzoekers naar de link tussen dergelijke opvattingen en de ervaringen van de Duitsers op het werk. En daar ontwaren een belangrijke trend: hoe minder democratie op het werk, hoe groter de kans dat mensen zich aangetrokken voelen tot extreemrechtse, antisemitische of xenofobe standpunten. Omgekeerd, Duitsers die werken in een democratische context, hangen minder extreme standpunten aan in de politiek. Anders gezegd: de werkvloer is een oefenterrein voor democratie enerzijds of voor totalitarisme anderzijds.
Meer dan een PowerPointpresentatie
Bij de KAJ (Katholieke Arbeidersjeugd) gold vroeger de leuze: “Vorming door actie.” Mensen worden geen democraten door een PowerPointpresentatie of een verkiezingsfolder. Ze worden democraten door zich actief te oefenen in inspraak, verantwoordelijkheid en solidariteit. En waar kan dat beter dan op het werk?
Een werkplek waar je gehoord wordt, waar je samen beslissingen neemt, waar je leert onderhandelen en organiseren—dat is de echte school voor burgerschap. En dat is precies wat we nodig hebben in tijden van toenemende polarisering en onderling wantrouwen.
Kortom, als we de democratie willen versterken, moeten we werk maken van democratie op het werk. Dat betekent: meer ruimte voor medezeggenschap, herwaardering van vakbonden, en beleid dat inzet op individuele en collectieve inspraak. Niet als nostalgie naar het verleden, maar als noodzakelijke investering in de toekomst.
Want wie leert dat zijn stem telt op het werk, zal die stem ook gebruiken in de samenleving.
- Deze bijdrage verscheen eerder bij Knack.