Jaaroverzicht 2019 deel 1: het jaar van de sociale zekerheid

Lang zal ze leven in de gloria, onze sociale zekerheid! Vandaag werd ze 75 jaar oud. Op 28 december 1944 legde de zogenaamde ‘Besluitwet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders’ immers de basis van onze moderne sociale zekerheid. Sindsdien is de sociale zekerheid uitgegroeid tot één van de belangrijkste fundamenten van onze welvaartsstaat.

Zoals Matthias Somers schreef in de inleiding van ons afgelopen jaar uitgebrachte boek ‘Fundamenten. Sociale zekerheid in onzekere tijden’, is de sociale zekerheid de institutionele uitdrukking van de solidariteit. Die solidariteit steunt dan weer op de erkenning van onze lotsverbondenheid en wederzijdse verantwoordelijkheid: “Deze solidariteit is geen gunst, geen zaak van liefdadigheid, maar een recht en een plicht, een zaak van sociale rechtvaardigheid. Precies omdat de sociale zekerheid dit idee van sociale rechtvaardigheid en wederzijdse verantwoordelijkheid institutionaliseert, kan ze zekerheid bieden in het leven van mensen: de sociale zekerheid bevrijdt wie minder fortuinlijk is in het leven van de afhankelijkheid en goedgunstigheid van wie meer fortuinlijk is.”

De 75-jarige verjaardag is echter een beetje een verjaardag in mineur. De meeste 75-jarigen zullen bevestigen dat de leeftijd soms al eens wat ouderdomskwaaltjes met zich meebrengt, en dat het lastiger wordt om van die kwaaltjes af te geraken. Ook onze sociale zekerheid kan niet alle kwaaltjes te baas, laat staan dat ze sterk genoeg is om zwaardere ziektes te doorstaan.

Zo kan onze sociale zekerheid niet verhinderen dat de precariteit in de samenleving toeneemt. Dat toonde onze studie ‘Een nieuwe kwetsbaarheid. De lagere inkomensklassen in België’ haarfijn aan. De kernmiddenklasse in België kalft langzaam maar zeker af, en het aandeel mensen dat in armoede moet leven, is gestegen van negen procent in het midden van de jaren 1980 tot zestien procent of 1,7 miljoen Belgen vandaag. Enerzijds is er de omwenteling van een kostwinnersmodel naar een tweeverdienersmodel; anderzijds de groeiende loondivergentie tussen lagere en hogere inkomens. Ondanks dat België steeds rijker wordt, hebben toch steeds meer mensen het dus moeilijk om rond te komen. Dat betekent dat de herverdelingsmachine steeds harder moet draaien voor eenzelfde resultaat.

Op sommige vlakken tonen de symptomen duidelijk aan dat onze sociale zekerheid niet meer sterk genoeg is. In Vlaanderen wachten vandaag bijvoorbeeld ongeveer vijftienduizend volwassenen met een handicap op het zorgbudget dat hen is toegezegd, en die wachtlijsten worden jaar na jaar langer. Uit een analyse door Matthias Somers van het Vlaamse regeerakkoord blijkt dat de nieuwe Vlaamse regering en minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) geen beterschap bieden.

In de gezondheidszorg zijn er ook de ondertussen al meer dan 400.000 langdurig zieken, een verdubbeling op twintig jaar tijd. Zolang we bedrijven niet responsabiliseren, kunnen we daarenboven verwachten dat de burn-outcijfers nieuwe pieken zullen bereiken. Bovendien weegt de sociale ongelijkheid sterk door in de gezondheid. Er bestaat immers een steile gezondheidsafgrond in België en in Vlaanderen: hoe lager het inkomen van een wijk, hoe hoger de kans op langdurige ziekte, invaliditeit, chronische aandoeningen, vroegtijdige sterfte.

De dokters die de oude grijsaard die onze sociale zekerheid is zouden moeten versterken, werken echter als kwakzalvers die een soort van aderlating voorschrijven om onze sociale zekerheid te “redden”. Dat is wat gebeurt wanneer de beleidsmakers nog meer “lastenverlagingen” zoals de taxshift en andere cadeautjes aan bedrijven toekennen. In plaats van de race to the bottom te stoppen, gaan regeringen luchtig verder met het vertroetelen van de grote bedrijven en de grote vermogens. En dat terwijl een steeds groter deel van de koek al naar het kapitaal gaat, wat door de digitalisering nog versterkt dreigt te worden. Zeker aangezien we als samenleving nooit rijker zijn geweest, is en blijft de betaalbaarheid van onze sociale zekerheid een politieke keuze.

Vaak weten de dokters nochtans goed dat de aderlating niet helpt, maar willen ze de bejaarde bewust verzwakken. Dat is het duidelijkst in een belangrijke tak van onze sociale zekerheid: de werkloosheid. We moeten werkzoekenden immers “responsabiliseren”, de “prikkels” moeten hoog genoeg zijn, ze moeten uit hun “hangmat” geschopt worden. Met recepten die in het buitenland enkel tot meer armoede en miserie geleid hebben, willen rechtse commentatoren ook de precaire Vlamingen en Walen verarmen. En dat terwijl vandaag al meer dan één op de twee werkzoekenden in armoede leeft, en de toenemende precariteit dus een doelbewuste keuze is.

Beleidsmakers die de politieke keuze willen maken om onze sociale zekerheid verder af te bouwen, doen er echter goed aan om twee keer na te denken. Zoals Matthias Somers schreef in de inleiding van ‘Fundamenten’: “De sociale zekerheid ondergraven betekent het fundament van de welvaartsstaat en de middenklassemaatschappij ondergraven. Het holt de samenleving uit en werkt polarisering in de hand. Een samenleving waarin mensen in onzekerheid leven, niet weten wat de dag van morgen brengt, zich constant zorgen moeten maken of ze ook morgen nog wel zullen rondkomen, wanneer het even wat minder gaat of een economische schok hen treft, zo'n samenleving wordt een angstige samenleving, en verliest haar samenhang.”

Onze sociale zekerheid verdient het niet om geïsoleerd achtergelaten te worden in een rusthuis, aftakelend wachtend op een natuurlijke dood of op euthanasie. Onze sociale zekerheid verdient het eeuwige leven.

Jaaroverzicht 2019 deel 2: het jaar van de regeringsvorming

Is de nota-Magnette wel voldoende voor Groen en sp.a?